Anthem of Zeelandic Flanders

1. Waar eens ’t gekrijs der meeuwen
verstierf aan ’t eenzaam strand,
daar schiepen zich de Zeeuwen
uit schor en slik hun land.
En kwam de stormwind woeden,
hen dreigend met verderf,
dan keerden zij de vloeden
van ’t pas gewonnen erf.

Chorus:
Van d’ Ee tot Hontenisse,
van Hulst tot aan Cadzand,
dat is ons eigen landje,
maar deel van Nederland.

2. Waar eens de zeeën braken,
met donderend gedruis
daar glimmen nu de daken
en lispelt bladgesuis.
Daar trekt de ploeg de voren,
daar klinkt de zicht in ’t graan,
daar ziet men ’t Zeeuwse koren,
het allerschoonste staan.

Chorus

3. Daar klappen rappe tongen
de ganse lieve dag,
daar klinkt, uit frisse longen,
gejok en gulle lach.
Daar klinkt de echte landstaal,
geleerd uit moeders mond,
eenvoudig, zonder omhaal,
goed Zeeuws en dus goed rond.

Chorus

4. Daar werd de oude zede
Getrouwelijk bewaard.
En ’t huis in dorp en steden
bleef zuiver Zeeuws van aard.
Daar leeft men zo eendrachtig
en vrij van droef krakeel.
Daar dankt men God almachtig
voor ’t toegemeten deel.

Chorus

5. De worstelstrijd met Spanje
bracht ons het hoogste goed:
de vrijheid, door Oranje
betaald met hartebloed.
Dat goed gaat nooit verloren,
de Nederlandse vlag
zal wapp’ren van de toren
tot op de jongste dag.

Chorus

‹ back to Netherlands